Wijsbegeerte
Uiterlijk
2023
Juni
Meerkeuzevragen
- Logica
- Logica
- Logica
- Op welke theoretische deugd scoorde de theorie van Ptolemaus beter dan de theorie van Copernicus?
- Empirische adequaatheid
- Eenvoud
- Vruchtbaarheid
- Externe consistentie
- In de aula is er een onzichtbaar, onhoorbaar, reukloos, onaanraakbaar monster dat de studenten jeuk geeft. Deze stelling is
- Verifieerbaar en falsifieerbaar
- Niet verifieerbaar en wel falsifieerbaar
- Wel verifieerbaar en niet falsifieerbaar
- Niet verifieerbaar en niet falsifieerbaar
- In een kubusfabriek worden kubussen gemaakt met zijden tussen 0 en 0,75. Bepaal volgens statistisch frequentisme de waarschijnlijkheid dat er kubussen zijn met zijden 0,75.
- 1
- 0
- 0,75
- Onbepaald
- Dat er zich een massa in de buurt van Uranus bevindt die het traject van Uranus rond de zon significant kan beïnvloeden door middel van de zwaartekracht, was bij de voorspelling van de omloopbaan van Uranus een
- Observatiezin
- Hulphypothese
- Observatie
- Ad hoc hypothese
- Volgens Popper is een zwak punt indien een theorie
- consistent is met alle feitelijke observaties
- consistent is met alle mogelijke observaties
- consistent is met alle observaties in de toekomst
- consistent is met alle observaties tot nu toe
- Gegeven: er zijn 2 kaarten met op de ene kant een links-rechts-pijl -> of een rechts-links-pijl <-. Op de andere zijde van de kaart staat neerwaartse pijl ↓ of een opwaartse pijl ↑. Op tafel liggen 2 kaarten. Kaart 1: -> en kaart 2 ↓. Welke kaarten moeten we omdraaien om de stelling “Op iedere kaart met -> staat op de andere zijde ↑” te controleren?
- Allebei de kaarten
- Enkel de eerste kaart en niet de tweede
- De eerste kaart nier maar de tweede kaart wel
- Geen enkele kaart
- Een punt van kritiek op Humes probleem van inductie is dat:
- Er geen reden is om aan te nemen dat de natuur uniform is
- Ook als de natuur uniform is, is er geen reden om de conclusie van een naïeve inductie te geloven
- De aanname dat de natuur uniform is, kan deductief gerechtvaardigd worden
- De conclusie van een naïeve inductie kan ook een beste verklaring voor waarnemingen zijn
- Je buur beweert een onzichtbare, onhoorbare, reukloze draak te hebben in zijn garage. Om deze te vinden strooi je bloem op de grond. Je merkt dat er sporen verschijnen. Dit is een voorbeeld van
- Observatie
- Detectie
- Determinatie
- Consistentie
- "Protonen hebben een negatieve lading. Elektronen hebben een positieve lading. Protonen en elektronen hebben dezelfde massa." Dit is een voorbeeld van
- Een theorie
- Een opsomming van bewerende zinnen
- Een empirische theorie
- Een logisch opgebouwde theorie
- Welke premisse behoort tot de stelling van Hume
- ...
Open vragen
- Wat is onderdeterminatie?
- Welke problemen zijn er met onderdeterminatie?
- Vul 1 in afhankelijk van de gekozen module
- Leg in je eigen woorden uit waarom het biologische soortconcept baat kan hebben bij een beperkte transitie
- Bespreek het Quin-Duhem probleem voor klimaatwetenschap
- De stelling van Götel
2021
Juni
Meerkeuzevragen
- Een ideale deliberatie in de zin van Kitcher en Baker verwijst naar:
- een procedure die gebruikt zou moeten worden om onderzoeksonderwerpen te kiezen.
- een gedachte-experiment waarmee we de huidige verdeling van onderzoeksonderwerpen in de wetenschap kunnen evalueren
- een procedure waarmee we onze huidige procedures om onderzoeksonderwerpen mee te kiezen kunnen vergelijken.
- het model waarop peer-review gebaseerd is, maar waaraan peer review nooit volledig aan kan beantwoorden
- welke van de vier volgende stellingen karakteriseren observaties in goed hedendaags wetenschappelijk onderzoek:
- observaties die geaccepteerd en bevestigd worden door onderzoekers met uiteenlopende voorkeuren en waardeoordelen.
- observaties die volledig onafhankelijk zijn van factoren zoals geslacht van de wetenschapper en de politieke voorkeur van de wetenschapper.
- observaties die zo min mogelijk gebruik maken van theoretische vooronderstellingen, aangezien deze observaties bedoeld zijn om theorieën te ondersteunen.
- observaties die zo min mogelijk gemaakt zijn door middel van instrumenten die zelf berusten op theorieën die niet volledig zeker zijn.
- Dat er zich geen massa in de buurt van Uranus bevindt die het traject van Uranus rond de zon significant kan beïnvloeden dmv zwaartekracht, was bij de voorspelling van de omloopbaan van Uranus een
- observatiezin
- hulphypothese
- observatie
- ad hoc hypothese
- 'Alle studenten in deze aula zijn kleiner dan 3 meter'. Deze uitspraak is:
- verifieerbaar en falsifieerbaar
- verifieerbaar maar niet falsifieerbaar
- falsifieerbaar maar niet verifieerbaar
- niet verifieerbaar en niet falsifieerbaar
- Beschouw de volgende redenering: ' wetenschappers leiden al eeuwen lang algemene conclusies af uit particuliere observaties, en die conclusies blijken meestal erg betrouwbaar te zijn. Er lijkt dan ook weinig reden te zijn voor de wetenschappers om de zaken anders aan te pakken.
- circulair
- niet verifieerbaar
- inductief geldig
- deductief
- Op Mars komt op seizoenale wijze methaan vrij in de atmosfeer. Dat kan gebeuren door geologische processen, of door levende organismen. Bij een boring in de bodem van wat vroeger een meer was op Mars, ontdekte men 3 methaan gerelateerde stoffen (n.l. …). Op Aarde worden die stoffen gebruikt door organismen die er aminozuren mee produceren (of zoiets). De hypothese dat er leven is op Mars wordt dus versterkt. Welke van de volgende principes werd hier impliciet gebruikt?
- Externe consistentie
- Eenvoud
- Reikwijdte
- Vruchtbaarheid
- Een fallibilistische kijk op de wetenschap houdt in dat:
- alle algemeen aanvaarde wetenschappelijke theorieën fout zijn
- sommige algemeen aanvaarde wetenschappelijke theorieën misschien fout zijn.
- we pas zekerheid zullen hebben over de wetenschappelijke theorieën in de verre toekomst.
- Wetenschap naar volledige zekerheid moet streven, maar die misschien niet kan bereiken.
- In de jaren 1970 hadden primatologen, onder meer door de influx van nieuwe onderzoekers, plots meer aandacht voor de interactie tussen mannelijke en vrouwelijke primaten. Dit leidde tot belangrijke ontdekkingen en veranderingen in de primatologie, dit is een voorbeeld van:
- hoe diversiteit bestaande vooringenomenheden kan ontmaskeren.
- hoe diversiteit leidt tot meer intern consistente theorieën.
- hoe waarden die onmiskenbaar niet-epistemisch zijn toch een vruchtbare rol kunnen spelen in de wetenschap.
- hoe diversiteit een oplossing kan bieden voor het probleem van onderdeterminatie.
- De gronden waarop Lysenko het wetenschappelijke werk van Vavilov afwees gaan in tegen:
- het naïeve en gesofisticeerde ideaal van waardevrije wetenschap.
- het naïeve maar niet het gesofisticeerde ideaal van waardevrije wetenschap.
- het gesofisticeerde maar niet het naïeve ideaal van waardevrije wetenschap.
- Noch het naïeve, noch het gesofisticeerde ideaal van waardevrije wetenschap.
- Volgens het argument van inductief risico, moeten wetenschappers niet-epistemische waarden in overweging nemen bij de beslissingen over het interpreteren van de data:
- omdat ze, net als de burgers, verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van hun beslissingen.
- om zo te verzekeren dat de resultaten in zijn van wat moreel en sociaal wenselijk is.
- omdat dit de diversiteit aan waarden in wetenschap ten goede komt, en zo bestaande veronderstellingen ontmaskerd kunnen worden.
- omdat, omwille van het Quine-Duhem probleem, de data op eender welke manier geïnterpreteerd kan worden.
- Tijdens de covid-19 pandemie moesten virologen vaak hun bevindingen communiceren aan de overheid en bevolking. Er wordt soms gezegd dat wetenschappers hierbij zo weinig mogelijk hun persoonlijke oordeel moeten geven. Over deze 'clean hands science' strategie kunnen we zeggen dat:
- dit het voordeel heeft dat de geloofwaardigheid van de wetenschap beter in stand gehouden wordt.
- dit het voordeel heeft dat wetenschap waardevrij blijft omdat het probleem van inductief risico zich niet stelt.
- dot het voordeel heeft dat de wetenschappers zo nooit de afweging moeten maken tussen de kans op vals positieven en de kans op vals negatieven
- dit het voordeel heeft dat de interne delen van de wetenschap waardevrij blijven.
- Newton en Leibniz waren in een conflict verwikkeld over wie als eerste de differentiaal en integraalrekening had ontwikkeld. Newton was in een gelijkaardig conflict verwikkeld met Hooke over de gravitatiewet. Deze conflicten zijn een voorbeeld van:
- Hoe de sociale structuur van de wetenschap een motivatie vormt voor de wetenschappers.
- hoe de sociale structuur van de wetenschap leidt tot een sociale objectiviteit.
- hoe de sociale structuur van de wetenschap leidt tot zelfzuchtige wetenschappers.
- hoe de sociale structuur van de wetenschap tot een optimale verdeling van de onderzoeksonderwerpen leidt.
- Osiander's interpretatie (beschreven in het voorwoord van Osiander's uitgave van het werk van Copernicus) van de heliocentristische theorie van Copernicus illustreert:
- hoe de resultaten van wetenschappelijk werk uit de wetenschappelijke revolutie soms compatibel zijn met het heersende Christelijke wereldbeeld.
- hoe wiskunde soms een cruciale rol speelt in de wetenschappelijke revolutie
- hoe het aristotelische wereldbeeld incompatibel is met de wetenschappelijke revolutie
- hoe experimenten soms een cruciale rol spelen in de wetenschappelijke revolutie
- Volgens Popper is het een zwak punt indien een theorie:
- consistent is met alle feitelijke observaties
- consistent is met alle mogelijke observaties
- consistent is met alle observaties in de toekomst
- consistent is met alle observaties tot nu toe
- Alchemie heeft de moderne wetenschap beïnvloed in de zin dat:
- alchemie ook eerder op de experimenten dan op natuurlijke observaties beruste.
- alchemie ook eerder op waarheid dan controle en interventie gericht was.
- alchemie ook steeds in gemeenschappen van onderzoek plaatsvond.
- alchemie observaties ook steeds probeerde te verbinden aan wiskundige beschrijvingen van de werkelijkheid.
- Welke van de volgende stellingen is fout.
- Diversiteit in de wetenschap is epistemisch belangrijk in de wetenschap, omdat wetenschappers altijd impliciete, niet geteste assumpties maken in hun onderzoek.
- zelfzuchtigheid in de wetenschap is belangrijk omdat dit bijdraagt aan een epistemisch optimale verdeling van onderzoeksonderwerpen in de wetenschap.
- 'universalisme' (in de zin van Merton) is belangrijk in de wetenschap omdat dit noodzakelijk is voor sociale objectiviteit.
- georganiseerd scepticisme is onder meer belangrijk in de wetenschap om de p-hacking en onjuist gebruik van statistische methodes te vermijden.
- Welk verschil tussen Freud's theorieën en evolutietheorie maakt dat de eerste volgens Popper geen wetenschap is, en de tweede wel?
- Evolutietheorie is inconsistent met sommige mogelijke waarnemingen, en Freud's theorie niet.
- Freud's theorie kan geen verklaring voor veel bestaande observaties, en evolutietheorieën wel.
- Freud's theorie is gefalsifieerd maar wordt van kritiek afgeschermd door ad-hoc hypotheses. Dit is niet het geval voor evolutietheorie
- Freud's theorie is inconsistent met sommige mogelijke waarnemingen, en evolutietheorie niet.
- Het antwoord van Ruse op de demarcatievraag geeft:
- individueel noodzakelijk en gezamelijk voldoende voorwaarden voor een veld om als wetenschap te gelden.
- individueel noodzakelijk maar niet gezamelijk voldoende voorwaarde voor een veld om als wetenschap te gelden.
- niet individueel noodzakelijk en niet gezamelijk voldoende voorwaarde voor een veld om als wetenschap te gelden. (p309)
- niet individueel noodzakelijk, maar gezamelijk voldoende voorwaarde voor een veld om als wetenschap te gelden
- Welke les mogen we trekken uit het nieuwe raadsel van Goodman? P213
- tenzij er reden is om aan te nemen dat de natuur uniform is, is er geen reden om geloof te hechten aan de conclusie van inductieve redeneringen.
- Ook al is er reden is om aan te nemen dat de natuur uniform is, is er geen reden om geloof te hechten aan de conclusie van de ene inductieve redenering boven de andere
- tenzij er reden is om aan te nemen dat de natuur uniform is, is er geen reden om geloof te hechten aan de conclusie van de ene inductieve redenering boven de andere
- Ook al is er reden om aan te nemen dat de natuur uniform is, is er reden om geloof te hechten aan de conclusies van inductieve redeneringen.
- Sommige filosofen leiden uit experimenten in de kristallografie af dat er niet-observeerbare entiteiten bestaan. Dit is een voorbeeld van:
- epistemologie in de wetenschapsfilosofie
- ethiek in de wetenschapsfilosofie
- Metafysica in de wetenschapsfilosofie
- tweede orde denken in de wetenschapsfilosofie
2018
Juni
Meerkeuzevragen
- In de aula is er een onzichtbaar, onhoorbaar, reukloos, onaanraakbaar monster dat de studenten jeuk geeft. Deze stelling is:
- Verifieerbaar en falsifieerbaar
- Verifieerbaar en niet-falsifieerbaar
- Niet-verifieerbaar en falsifieerbaar
- Niet-verifieerbaar en niet-falsifieerbaar
- In Nederland wonen (afgerond) 17 miljoen mensen. Er zijn in Nederland 60.000 mannen die groter zijn dan 2 meter. Bepaal volgens het statistisch frequentisme de waarschijnlijkheid dat er Nederlandse mannen zijn groter dan 2m.
- 1
- 3/850
- 0
- Onbepaald
- Thales’ verklaring voor aardbevingen is analoog met:
- Een boot op een ruige zee
- ...
- Welke waarneming versterkte Galileo’s geloof in het heliocentrisme?
- De schijngestalten van de maan
- De schijngestalten van Venus
- De manen van Venus
- Kometen die de banen van planeten kruisten
- Op Mars komt op seizoenale wijze methaan vrij in de atmosfeer. Dat kan gebeuren door geologische processen, of door levende organismen. Bij een boring in de bodem van wat vroeger een meer was op Mars, ontdekte men 3 methaangerelateerde stoffen (n.l. …). Op Aarde worden die stoffen gebruikt door organismen die er aminozuren mee produceren (of zoiets). De hypothese dat er leven is op Mars wordt dus versterkt. Welke van de volgende principes werd hier impliciet gebruikt?
- Externe consistentie
- Eenvoud
- Reikwijdte
- Vruchtbaarheid
- De Rode Duivels spelen morgenavond tegen Duitsland. Daarbij kunnen ze winnen of niet winnen. Stel dat je weet dat je bij niet-winst kan verliezen of gelijkspelen. Je weet ook dat er maar één ploeg kan winnen of maar één ploeg kan verliezen. Op basis van het principe van onvoldoende reden, wat is de kans dat de Rode Duivels morgen winnen?
- ½
- 1/3
- ½ óf 1/3, afhankelijk van de beschrijving
- ½ én 1/3, afhankelijk van de beschrijving
- Alle studenten in deze aula zijn kleiner dan 3 meter. Deze stelling is:
- Verifieerbaar en falsifieerbaar
- Verifieerbaar en niet-falsifieerbaar
- Niet-verifieerbaar en falsifieerbaar
- Niet-verifieerbaar en niet-falsifieerbaar
- Welk van volgende theorieën gaat uit van een mechanistisch wereldbeeld? 152
- Ether van Aristoteles
- Planeetbeweging volgens Kepler
- Draaikolken van Descartes
- Zwaartekrachtstheorie van Newton
- Wat zou Osiander gezegd hebben over de stelling van Kepler dat de zon een kracht uitoefent op de planeten?
- Dat het interessant is om de beweging van de planeten mee te berekenen.
- Dat het onnodig is om de banen van de planeten mee te berekenen.
- ...
- Stel een wetenschapper onderzoekt een theorie en hij is 100% overtuigd dat ofwel hypothese A ofwel hypothese B correct zijn. Een 2de wetenschapper komt op de proppen met de interessante hypothese C, maar kan er nog niet over communiceren. Wetenschapper 1 voert vervolgens een experiment uit waarvan de observaties consistent zijn met hypotheses A en C. Volgens Bayesiaanse confirmatie theorie zal het geloof van wetenschapper 1 na het experiment:
- Groter worden in A en groter worden in C
- Groter worden in A en onveranderd blijven in C
- Eventueel groter worden in A en eventueel groter worden in C
- Eventueel groter worden in A en onveranderd blijven in C
- Ptolemaeus gebruikt het excenter om te verklaren dat:
- De snelheid van de planeten trager lijkt wanneer ze ver van de aarde zijn.
- De snelheid van planeten hoger lijkt wanneer ze ver van de aarde zijn.
- De snelheid van planeten trager is wanneer ze ver van de aarde zijn.
- De snelheid van de planeten hoger is wanneer ze ver van de aarde zijn.
- Newton verwerpt de indeling van Aristoteles in het ondermaanse en het bovenmaanse op basis van:
- Abductie
- Inductie
- Deductie
- Mathesis Universalis