Naar inhoud springen

Paleontologie

Uit Atlas Examenwiki

Gepikt van de biologen

28 juni 2023

Theorie (schriftelijk)

  • Welke groepen ondergingen radiatie in de Mesozoic Marine Revolution?
  • In welk tijdperk was de MMR?
  • Welke gevolgen had dit voor de biologische en chemische oceanografie ?
  • Wat is de definitie van een rif
  • Waarom vormt een rif een belangrijk ecosysteem
  • Wat zijn de gelijkenissen en verschillen van riffen uit het Cambrium en uit het Jura, met nadruk op welke organismen hier deel van uit maakten en hun onderlinge relaties
  • Wanneer vonden de drie grootste ‘reef gaps’ plaat
  • Wat zou er gebeuren met de huidige koraalriffen indien het enkele graden opwarmt zoals voorspeld door het IPCC, op basis van wat er gebeurde met de riffen in de Vroeg-Paleogene Tethys oceaan + welke processen spelen hierbij een grote rol
  • Wat is een GSSP
  • Waarom is de definitie van GSSP’s belangrijk in de stratigrafie
    • De overgang Precambrium-Cambrium is vastgelegd met een GSSP. Het laagste algemeen voorkomen van een soort definieert de basis van het Cambrium, tot welke fossielgroep behoort deze soort?
  • Verklaar de ontwikkeling van trilobieten en Small Shelly Fauna in verband met deze overgang Wat is een Konzentrat-Lagerstätte en een Konservat-Lagerstätte? geef van elk minstens 2 voorbeelden
  • Wat is het belang van lagerstätten voor de paleontologie
    • Wat zijn de mogelijke negatieve effecten van lagerstätten op lange termijn biodiversiteitsgrafieken
  • kalksteen in de Alpen met brachiopoden, scleractinia, conodonten, bivalven, cephalopoden, zee-egels (zelfde als juni 2021)
  • Afbeelding van een brachiopode uit de kalksteen, duid minstens 5 kenmerken aan op de afbeelding
  • Tot welke klasse behoort deze brachiopode
    • Leeft deze in of op het sediment
  • Van welke periode is de kalksteen afkomstig (geef ook het tijdsinterval van de periode) + beargumenteer
    • De aanwezigheid van een bepaalde cephalopode zou de datering kunnen verfijnen, welke (wees specifiek)? en leg ook uit waarom

2 juni 2021

Theorie (schriftelijk)

  • Er wordt een laag bekeken met hierin bivalven, gastropoden, Scleractinia, cephalopoden (en nog wat). Ook wordt op sediment uit deze laag HCl gedaan en hieruit worden conodonten gehaald.
  • Welke orde van Brachiopoda is hieronder afgebeeld? (Het was Rhynchonellata)
    • Duidt op de afbeeldingen minstens 6 kenmerken aan.
  • Wat zijn conodonten? Beschrijf ze en geef ook aan uit welk materiaal ze bestaan.
    • Op basis van de gegeven informatie, uit welke periode komt de laag? Geef ook het tijdsinterval.
  • Op basis van welke cephalopoden zou de laag nog beter gedateerd kunnen worden? Wees specifiek. Linnaeus heeft een classificatiesysteem opgesteld. Leg dit uit aan de hand van een (fictief) voorbeeld).
  • Wat zijn holotypes en paratypes?
  • Wat is het nadeel van het gebruik van holotypes zonder paratypes? Geef de verwantschappen en stammen (fyla/phyla) van deze groepen:
  • Coloidea, Spiriferida, Ostracoda, Trilobita, Rugosa, Pteropoda (en nog een paar). Wat zijn stromatolieten? Wanneer was hun bloeiperiode? Hoe ontstonden ze?
  • Waarom zouden stromatolieten als sporenfossielen gezien kunnen worden?
    • Waarom eindigde hun bloeiperiode en geef ook een logische verklaring waarom ze nu toch nog voorkomen.

13 juni 2016

Theorie (schriftelijk)

  • Geef era's en perioden Fanerozoïcum, en jaartallen
  • Situeer de 5 grote massa-extincties
    • Waarom wordt K/T-extinctie wel als massa-extinctie beschouwd en PETM niet?
  • Geef argumenten tegen theorie dat dino's uitstierven voor K/T-extinctie, niet door impact Wat is een GSSP?
  • Waarom GSSP belangrijk?
    • Wat bepaalt grens Precambrium-Cambrium?
  • Eerste trilobieten en small shelly fossils bespreken in verband met overgang Precambrium-Cambrium Geef voorbeeld van paleogemeenschap
  • Waarom taxonomisch uniformitarianisme belangrijk bij reconstructie paleogemeenschap?
    • Hoe wordt levensgemeenschap een grafgemeenschap?
  • Wat is belangrijk voor goede bewaring van zachte delen organisme?
  • Wat zijn ostracoda?
  • Waar leven ostracoda? Wat zijn kenmerken van ostracoda per habitat?
    • Hoe schelp ostracoda onderscheiden van schelp juveniele bivalve?

Practicum (mondeling)

  • Graptoliet, rudist, bentische foraminifeer

18 juni 2014

Het eerste jaar dat dit vak gegeven wordt, door Robert Speijer (zelfde prof als Geologie). Hiervoor waren het twee vakken: algemene paleontologie en paleobiologie.

Het zijn redelijk grote vragen en het schriftelijk examen kan dus wel meer dan 2u duren. Vermits hij maar 1 examen moet opstellen voor heel de blok is het dus van alles wel wat, maar redelijk voorspelbaare/ begrijpelijke vragen.

DEEL 1: Schriftelijk

  • Geef de periodes van het Paleozoicum + tijdsschaal van elke periode. Wat is biostratigrafie. Wat zijn gidsfossielen en zet voor elke periode welke gidsfossielen hiervoor gebruikt worden, je moet ook minstens 5 verschillende gidsfossielen gebruiken in die tabel, maar het kan dus zijn dat dezelfde voor meerdere perioden gebruikt worden. Wat zijn eventuele problemen bij sommige van deze fossielen.
  • Wat is tafonomie en geef de verschillende soorten processen die hierbij horen. Verklaar waarom, in een mergellaag, ammonieten als steen worden teruggevonden en brachiopoden redelijk intact, een redeneervraagje dus joepie.
  • Geef de indeling van de Gastropoda en geef uitleg bij elke onderverdeling. Leg uit hoe men aan de hand van de schaal van Gastropoda bepaalde mileu-aspecten kan afleiden (temperatuur en stuff).
  • Wat zijn foraminiferen (geen indeling geven, gewoon de basis uitleggen)? Geef 2 redenen waarom het maatschappelijk nut van foraminiferen niet onderschat mag worden.
  • Massa-extincties beïnvloeden de aarde heel hard, maar omgekeerd kan ook: geef 2 voorbeelden waarbij aardse processen de massa-extincties beïnvloedden.
  • Hoe verschillen de Cambrische riffen van de Devonische riffen (qua samenstelling maar ook qua interacties enz)? Teken een schets van de doorsnede met daarop kust - lagune - rif - basin. Teken een gelijkaardige schets maar als de kustlijn naar het binnenland gaat. Leg op basis hiervan uit wat diachronie is.

DEEL 2: Mondeling, handstukken

Iedereen krijgt een tijdstip waarop je om de beurt naar zijn lokaal moet gaan en dan een aantal handstukken en een microscopisch organisme moet herkennen. Hierbij stelt hij wat bijvraagjes over de periodes waarin deze organismen leefden en een beetje classificatie ook. Hij vraagt bijvraagjes ook al heb je handstuk juist, dus ni direct denken da ge slecht bezig zijt.